VarType, functie

       

Geeft als resultaat een Integer dat het subtype van de variabele aangeeft.

Syntaxis

VarType(varnaam)

Het vereiste argument varnaam is een Variant met een willekeurige variabele, behalve een variabele van een door de gebruiker gedefinieerd type.

Resultaatwaarden

Constante Waarde Beschrijving
vbEmpty 0 Empty (niet geāˆ©nitialiseerd)
vbNull 1 Null (geen geldige gegevens)
vbInteger 2 Geheel getal
vbLong 3 Lang geheel getal
vbSingle 4 Een getal met enkelvoudige precisie en drijvende komma
vbDouble 5 Een getal met dubbele precisie en drijvende komma
vbCurrency 6 Valutawaarde
vbDate 7 Datumwaarde
vbString 8 Tekenreeks
vbObject 9 Object
vbError 10 Foutwaarde
vbBoolean 11 Boole-waarde
vbVariant 12 Variant (alleen gebruikt voor matrices van Varianten)
vbDataObject 13 Een object voor gegevenstoegang
vbDecimal 14 Decimale waarde
vbByte 17 Bytewaarde
vbUserDefinedType 36 Varianten die door de gebruiker gedefinieerde typen kunnen bevatten.
vbArray 8192 Matrix

Opmerking Deze constanten worden geleverd door Visual Basic for Applications. U kunt op een willekeurige plaats in de programmacode de eigenlijke waarden vervangen door de namen van de constanten.

Notities

De functie VarType geeft als resultaat nooit alleen de waarde van vbArray.

Deze waarde wordt altijd gecombineerd met een andere waarde om aan te geven om welk type matrix het gaat.

De functie geeft de constante vbVariant alleen in combinatie met vbArray als resultaat om aan te geven dat het argument bij de functie VarType een matrix is van het type Variant. Het resultaat voor een matrix met integers wordt bijvoorbeeld berekend als vbInteger + vbArray, of 8194. Als een object een standaardeigenschap heeft, geeft VarType (object) de standaardeigenschap als resultaat.